Familie Vos 100 jaar koster in Blaricum

Dit artikel is overgenomen uit De Zaaijer, parochieblad van de RK Vitusparochie Blaricum
editie september/oktober 2014

Familie Vos 100 jaar kosterOp 11 april 2014 was het honderd jaar geleden dat de opa van Henny Vos de taak van koster van de Sint Vitus Blaricum op zich heeft genomen. De toenmalige kosteres onder pastoor Snelting, mw. Puijk, was ontslagen nadat zij tijdens het Lof het altaar op kroop om de lekkende kaars uit te blazen. Sindsdien is het kosterschap van vader op zoon doorgegeven en is onze Henny nu al de “3e generatie” Vos die koster is.

Henny werd op 15 juli 1945 geboren op de Venenweg, waar de familie al sinds het begin van de eeuw woont. Op jonge leeftijd was al duidelijk dat hij in de voetsporen van zijn vader en opa zou treden. Toep opa Vos in 1937 na 23 jaar kosterschap plotseling overleed, nam vader Vos de taken over. Hij heeft dit maar liefst 43 jaar volgehouden, zij het in de laatste jaren samen met Henny (van 1977 tot 1984), die toen nog een zogenaamde weekendkoster was. De taak van koster was tot in de jaren zestig een fulltime job. Dat is nu niet meer zo, maar Henny heeft nog werk genoeg: kaarsen en hosties bestellen, bloemen schikken, kazuifels laten stomen, collectes bijhouden, wierook aansteken, misdienaars en acolieten instrueren, het luiden van de klokken (vroeger met de hand, tegenwoordig elektrisch) Ook het onderhoud van de tuin en de begraafplaats brengt veel werk met zich mee.

Vanaf jonge leeftijd was het de bedoeling dat alle elf kinderen van het gezin Vos meehielpen met de kerkschoonmaak. Elke vrijdag tussen de middag werden er laatjes gepoetst, vloeren geveegd, kelken gesopt en wanneer er niemand keek, zelfs “pastoortje” gespeeld. De pastorietuin behoorde tevens tot het territorium van de kinderen en op de begraafplaats werd er verstoppertje gespeeld. Tijdens de verschillende missen werden de misboekjes verkocht, kortom het hele gezin was betrokken bij de taken van vader. Ook ooms en tantes werden ingeschakeld. Zo is er de anekdote van tante Aal die bij het poetsen van de banken zo kwistig was met het gebruik van bijenwas, dat men na afloop van het kerkbezoek thuis de kleding in de was moest gooien. Diezelfde tante Aal heeft ook een keer de klokken geluid om aandacht te trekken, nadat ze per ongeluk was opgesloten in de kerk. Oom Gerard maakte elke nieuwe pastoor wegwijs in de parochie, omdat hij van iedereen in het dorp wel de familiegeschiedenis kende.

In de jaren 40-50 kende men nog het verschil in uitvaartklassen. Bij de eerste klas uitvaart kon met vragen om zwarte lopers, zwarte gordijnen en zwarte linten om de kaarsen. Henny vertelt dat zijn vader dan zei: “als ze nog meer zwart willen, dan kan ik desnoods mijn gezicht nog zwart maken”.

Behalve koster was Henny ook grafdelver en begrafenisondernemer. Op negenjarige leeftijd heeft hij al met de hand zijn eerste graf gegraven! Tegenwoordig gebeurt dit met een graafmachientje. Zijn dochter Valance heeft de taken van haar vader als begrafenisondernemer dit jaar overgenomen.

Wij hopen dat we als parochiegemeenschap ook het volgende lustrum met de familie Vos kunnen vieren.

 

Uit: Parochieblad De Zaaijer van de RK Vitusparochie Blaricum, editie September/oktober 2014

Vitus Parochieblad de Zaaijer sept 2014
Familie Vos 100 jaar Koster

Lammert Vos 40 jaar koster Vituskerk

17 januari 1978 (Blaricum)

Lammert de Koster (71) is deze maand 40 jaar koster van de Vitusparochie in Blaricum. Weinigen zullen weten dat zijn eigenlijk naam Lammert Vos is, maar omdat hij deze functie al zo lang uitoefent heeft de Blaricumse bevolking hem naar een oud-Nederlands gebruik, genoemd naar het werk dat hij zo dolgraag heeft gedaan en nog doet.

“Koster is manusje van alles”
Als je de koster vraagt wat nou eigenlijk zijn werk is, haalt hij schamper zijn schouders op en mompelt wat. Na enig aandringen zegt hij tenslotte: “ach, je bent sleutelbewaarder, je moet alles bijhouden wat er in en buiten de kerk gebeurt en ik regel begrafenissen. Bij de zwaardere klussen krijg ik assistentie van mijn zoons”.

Toekomst
Toen Lammert Vos 7 jaar was, zette hij zijn eerste schreden in het huis waar hij nu nog woont, pal naast de pastorie. Zijn toekomst lag eigenlijk al vast: pa was koster bij de parochie en het lag voor de hand dat Lammert zijn vader in de voetsporen zou volgen. Op 1 januari 1938 was het dan zover en hij laat het oude bij het oude en wordt koster op 31-jarige leeftijd. “Het is een roeping, je moet niet naar uren kijken want op de mooiste dagen zit je aan je werk vast” aldus de vrolijke koster, die op een vraag of hij het nooit erg heeft gevonden om te moeten werken als iedereen vrij heeft antwoordde: “Nee man, je bent daar helemaal in gegroeid”.

Kinderen
Veel oudere mensen hebben het niet makkelijk in deze snel veranderende maatschappij maar voor de koster levert dat helemaal geen problemen op.
Geen wonder, met 7 dochters en 4 zoons en maar liefst 13 kleinkinderen. “Door mijn kinderen ben ik altijd met de tijd meegegaan.”
Er is veel veranderd, niet alleen in het leven van de koster, maar ook in het hele plaatselijke gebeuren. Vroeger was het volgens Lammert een rustige en zeer besloten bevolking, in tegenstelling tot het huidige leven dat veel meer openstaat. De koster is trots op “zijn” oude dorp en bedoelt dan voornamelijk het oude centrum dat qua karakteristiek niet is aangetast.

“In gedachten zie ik al die mensen nog lopen in hun prachtige klederdrachten, helaas is dat langzaam weggeëbd”, aldus de koster, die bij het uitspreken van die woorden, misschien met heimwee, naar buiten keek. Lammer de koster vertelde dat Blaricum oorspronkelijk een boerengemeente is geweest met veel Erfgooiers, die een gemeenschappelijke weide bezaten op de Meent. De weide is er volgens de koster nog wel, maar hij is voor het grootste gedeelte bebouwd met woningen. “De boerderijen die er nog staan, worden zoveel mogelijk in ere gehouden”. Het komt nog wel eens voor dat, zoals hij die mensen noemde, “vreemde vogels” (mensen die van buiten in Blaricum komen wonen) een en ander willen aantasten en dan doelde de koster voornamelijk op bepaalde acties van bijvoorbeeld een weg afzetten of het weren van verkeer.

Lammert Vos woont in een prachtig gedeelte van het dorp, zoals gezegd pal naast zijn kerk en het kerkhof, plaatsen waar hij dagelijks te vinden is. “Als ik over dit terrein loop is het net of het allemaal van mezelf is.” Aldus de koster met een enigszins trotse blik in z’n ogen. Een kleinzoon van de koster reageerde eens tijdens een gesprek met de woorden “opa’s kerk”. Ondanks zijn tamelijk hoge leeftijd staat Lammert nog vol in het leven. Verleden jaar nog werd hij gekozen tot Prins Carnaval “Dat ze je op die leeftijd nog willen hebben, prachtig is dat”, reageerde de jubilaris. Ook bij andere zaken dan carnaval weten ze de koster te vinden en hij fungeert dikwijls als vraagbaak voor de plaatselijke bevolking en dat komt, zei de koster “doordat ik tussen de priester en de mensen in sta”.

Bron: Laarder Courant de Bel via GooienVechthistorisch.nl dd. 17 januari 1978

Bestandsnaam: DBL 19780117 Lammert Vos 40 jarig jubileum
Bronvermelding: Laarder Courant de Bel via GooienVechthistorisch.nl
Geschiedenis Item: Januari 1978